Op bezoek bij Ton Jacobse
We waren op bezoek bij een lid van onze vereniging die succesvol was op de wereldshow in Hasselt 2008. Dat deze leden niet alleen in Hasselt succesvol waren met hun vogels is natuurlijk bij u allen bekend. Succes werd ook behaald op onze onderlinge
tentoonstelling, op de district- en op de bondsshow, bij onze voorzitter Ton Jacobse. Ook Ton kwam, zoals zo velen van ons, in aanraking met vogels door zijn vader. Vader Jacobse hield vogels in een grote gezelschapsvolière, eerst wonende aan de Bunnikseweg in het Hervormd Centrum, het beheer van dit centrum was in handen van de familie Jacobse, in een later stadium werd verhuisd naar de Dorpstraat, hier werd gestart met het ‘Hobbyhuis”. De vogels gingen mee en werden ook hier in een grote gezelschapsvolière, die op het grote balkon stond, gehuisvest. In het ‘Hervormd Centrum’ was ook eens een grote gecombineerde show, georganiseerd door ‘Vogelleven’ en ‘Waterleven’ met veel vitrines met vogels en diversen aquariums met allerlei soorten vissen. Nadat Ton getrouwd was met Janny woonden ze op de Venuslaan 5 in Bilthoven, hier hadden ze twee grasparkieten in een kooitje in huis, min of meer voor de kinderen. Later kwam er zelfs een kamervolière in huis, helaas moesten de vogels kort daarna naar buiten omdat een van de jongens allergisch bleek te zijn voor de vogels. Waarschijnlijk was dit het begin van de vogelhobby die Ton heden ten dagen nog steeds en met volledige inzet uitoefent. Er werd een volière gebouwd en er werden goede grasparkieten aangeschaft. Vanaf dit moment werd er gericht gekweekt met grasparkieten.
Ton was toen al lid van ‘Vogelleven’ en tevens lid van de Parkieten Speciaalclub, hier leerde hij Gert Visser en Peter Besters kennen. In het bestuur van de Parkieten Speciaalclub beklede Ton de functie van secretaris voor de regio Utrecht. Op de eerste plaats kwamen de grasparkieten maar er werd ook met Neophemas, zoals Turquisine, Eleganten en Bourks gekweekt. Het was tijdens de distrikttentoonstelling in Amersfoort (1988?) dat Ton Papagaaienziekte opliep, hiervan is hij langere tijd vrij ernstig ziek geweest. In samenwerking met Ger Dorrestein, van de afdeling diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht, werd er uitgebreid onderzoek verricht naar de papagaaienziekte, bloed werd afgetapt en onderzocht. Deze ziekte was er uiteindelijk de oorzaak van dat alle vogels radicaal werden opgeruimd. Eenmaal weer hersteld begon het vogelbloed toch weer te stromen en werden de hokken schoongemaakt, aangepast en werden vogels aangeschaft. Nu geen Parkieten meer maar tropische vogels, voornamenlijk Rijstvogels,
maar ook Zebravinken, Japanse Meeuwen en andere soorten. De hoofdmoot was toch de Rijstvogels en dan uitsluitend de witte, met deze vogels werd volop gekweekt en tevens zeer goede resultaten behaald op tentoonstellingen. Een van zijn eerste grote successen was het behalen van Zilver op de Wereldshow alweer enkele jaren geleden. Maar als je bestuurslid van de vereniging bent en een eigen bedrijf runt is er heel vaak geen tijd om de vogels goed te wassen en bij de witte Rijstvogels is dit van groot belang als je mee wilt draaien bij de beste. In die periode werd er door Ton ook al met Rijstvogels wildkleur gekweekt en was dit het moment om de witte vaarwel te zeggen en uitsluitend met de wildkeur verder te kweken. Heden wordt er volop met deze Rijstvogels gekweekt, maar ook de Japanse Meeuwen en Zebravinken nemen een voorname plaats in. In de buitenvolière vliegen ook nog wel wat andere soorten die als Ton er op tijd bij is ook geringd worden
, maar u zult begrijpen dit gaat nog wel eens mis, soms zijn de vogels sneller dan Ton. Na de kweek gaan bij Ton alle vogels naar buiten en komt er binnen tijd om alle broedkooien weer eens grondig schoon te maken en daar waar nodig is te repareren. Meestal begin september begint hij dan met het uitzoeken van de vogels waar straks mee naar de tentoonstelling gegaan kan worden. De vogels hebben, doordat ze zomers buiten zijn, het gehele jaar door maximaal licht. (± 15 uur) Zes à zeven weken voor de eerste tentoonstelling zijn de vogels dan binnen en begint het observeren en de selectie, controleren op bevedering, gebroken staartpennen en zaken die erbij horen om een goede tt-vogel op stok te brengen. De Rijstvogels gaan in een TT-kooi, dit om de vogels goed te kunnen observeren en te selecteren. De Zebravinken en de Japanse Meeuwen gaan in de broedkooien met dien verstande dat er steeds één Zebravink en één Japanse Meeuw bij elkaar in een kooi gezet worden. Bij de Zebravinken is duidelijk wat een man of een pop is bij de Japanse Meeuwen komt hij hier, net als bij de Rijstvogels, achter door veelvuldig te observeren. De TT-kooien met daarin de Rijstvogels worden regelmatig van plaats gewisseld, staan ze de ene keer voor in de kweekruimte, de andere keer staan ze achter. Dit heeft mede als doel om de vogels tot rust te laten komen.
De Japanse Meeuwen en de Zebravinken blijven tot vlak voor de tentoonstelling bij elkaar in dezelfde kooi. Ton heeft goede resltaten met het bij elkaar in één kooi zetten van twee soorten, het brengt bij beide soorten een stukje rust. Nadat het tentoonstellingsseizoen voorbij is beginnen de voorbereidingen voor de nieuwe kweek. Vanaf het moment van opkooien krijgen de vogels dagelijks eivoer met daar doorheen de zo genaamde zware zaden, (witzaad, hennep, gebroken gepelde haver) deze ‘zware’ zaden mengt hij zowel door het eivoer, wat rullig gemaakt wordt, als door het harde zaad. Er wordt door Ton geen Kiemzaad verstrekt. Vanaf nu ook elke dag vers badwater. Kweekkoppels worden uiterst secuur geselecteerd, zijn de koppels eenmaal geselecteerd dan gaan ze de broedkooi in en blijven dan, enkele uitzonderingen daar gelaten, het gehele kweek seizoen bij elkaar. Een aantal vogels die voor reserve achter de hand worden gehouden, blijven buiten in de volière en worden pas naar binnen gehaald als ze nodig zijn. Het selecteren van de Zebravinken gebeurt altijd in samenspraak en overleg met Rogier. Vanaf het moment dat Ton lid van de vereniging is geworden, dit was tijdens de tentoonstelling van 1975, is hij in diverse bestuursfuncties actief.
Heel vaak was dit een functie die uit ‘nood’ geboren was, zo was en is hij actief als Materiaalcommissaris, Redacteur, Secretaris en Voorzitter. Op papier is zijn huidige functie Voorzitter, maar in werkelijkheid is Tonbereid bij te springen en sturing te geven aan daar waar nodig. Een voorzitter met een geweldige inzet voor onze vereniging, iemand die constant meedenkt, meewerkt en oplossingen aandraagt. Onze laatste vraag aan Ton is, ‘Hoe zie jij de toekomst van de vogelsport in onze omgeving’ In de toekomst zullen kleinere verenigingen het moeilijk krijgen om een geschikt kader op de been te brengen en zullen diverse verenigingen gaan fuseren of samenwerken. Voorbeelden in ons distrikt zijn onder andere het samengaan Austterlitz en Driebergen en het opheffen van een van de verenigingen in Amersfoort. Wellicht hebben we in de toekomst door samenwerking een vereniging die bijvoorbeeld ‘Midden Nederland’ zal gaan heten. Wij waren te gast bij een verenigingsman met het hart op de juiste plaats en een vogeliefhebber in hart en nieren.
Ton en Janny bedankt voor de gastvrijheid